Beleggen in 2016. Meer van hetzelfde?

Tekst: Mark Scholliers, Financial Research and Development NV - Grafische vormgeving: www.tricoteuse.be

De prognoses van internationale instellingen zoals het IMF en de Wereldbank wat betreft de ontwikkeling van de wereldeconomie, kenmerken zich de laatste jaren door een identiek patroon. Eerst zijn ze relatief optimistisch, maar naarmate het jaar vordert kalft dit optimisme af. Naast de vaststelling dat regelmatig de bal misslaan, niet meteen vertrouwen wekt, blijkt hier wellicht uit dat het verwachte effect op de economie van de enorme liquiditeitsinjecties door de centrale banken, keer op keer lager uitkomt dan verwacht. Meer in het bijzonder wat de eurozone betreft, koopt de ECB sinds maart van dit jaar per maand voor 60 miljard EUR overheidsobligaties, bankobligaties met onderpand en herverpakte kredieten op. De bedoeling hiervan is de banken meer liquiditeiten te bezorgen zodat ze hopelijk meer kredieten gaan toekennen. Op die manier zou de economische groei moeten versnellen.

Maar wat is de realiteit? Gaat het inderdaad beter met de economie van de eurozone? De grafiek hiernaast geeft de groeipercentages van het BBP per kwartaal vanaf maart 1995 t.e.m. juni 2015. Het is duidelijk dat de groeicycli almaar minder uitgesproken zijn. Een groei van meer dan 4% op jaarbasis hebben we al vijftien jaar niet meer gezien. Na de crisis van 2008-2009 is het herstel in het beste geval matig te noemen. De trend over de periode van 1995-2015 is duidelijk negatief. De prestaties van de laatste drie jaar horen bij de zwakste sinds 20 jaar. Dit zijn merkwaardige vaststellingen ermee rekening houdend dat de rente op het laagste niveau sinds meer dan 250 jaar noteert en dat de ECB al vanaf 2009 het ene na het andere programma ter ondersteuning van de economie lanceert. Deze zware inspanningen lijken de reële economie (de productie van goederen en diensten) maar matig te ondersteunen.

In het licht hiervan zou men verwachten dat de Europese Centrale Bank het geweer van schouder verandert en heel andere monetaire wegen gaat bewandelen, bv. een beperkte renteverhoging zodat het inkomen van spaarders stijgt, de solvabiliteit van o.m. verzekeringsinstellingen verbetert en het algemene vertrouwen herstelt. Het tegendeel is niettemin waar. Voorzitter Mario Draghi heeft bij herhaling aangegeven dat hij nog meer geld in de economie wil stoppen. Misschien gaat hij de rente zelfs nog verder verlagen… De bedoeling blijft een hogere economische groei te bewerkstelligen.

Hoewel we naast deze politiek dus grote vraagtekens kunnen plaatsen (hij heeft in de voorbije jaren maar zozo gewerkt, waarom zou hij morgen plots aanslaan?), klinkt de belofte van laagblijvende rentevoeten en een verdere monetaire versoepeling als muziek in de oren van aandelenbeleggers. De zekerheid dat de concurrentie met vastrentende effecten miniem blijft, legt een stevige bodem onder de aandelenkoersen. Stabiele tot stijgende dividendrendementen van dikwijls meer dan 3% steken inderdaad positief af tegen bv. de rente die een Belgische overheidsobligatie op tien jaar betaalt (0,87% bruto, begin november 2015). De consensusverwachting is dan ook dat aandelen uit de eurozone in 2016 een positief rendement zullen afleveren. Deze overeenstemming vindt men echter niet terug voor de andere grote monetaire blokken. In de Verenigde Staten zou de centrale bank begin volgend jaar een eerste keer de rente verhogen. Als het al gebeurt (zo florissant is de economische situatie daar nu ook weer niet), zal dit een timide stap zijn. Immers, de VSA vrezen hierdoor hun munt nog meer te zien opwaarderen tegenover hun belangrijkste handelspartners, waardoor de economie van Uncle Sam zou kunnen verzwakken. Gevolg: minder overtuigende bedrijfsresultaten en druk op de aandelenkoersen. De vooruitzichten voor volgend jaar voor de Amerikaanse beurzen zijn daarom eerder onduidelijk.

Zoals Europa trekt Japan de kaart van de ultralage rente en de massale geldcreatie. Dit land ondervindt echter tegenwind van zijn snel verouderende bevolking (waardoor de binnenlandse consumptie trager groeit) en van het grote aandeel dat China vertegenwoordigt in zijn uitvoer. Hoewel de massale geldcreatie ook hier de beurskoersen blijft beïnvloeden, zijn de vooruitzichten niettemin minder positief dan voor Europa. De economieën van de grote opkomende landen ten slotte, staan om diverse redenen onder druk. China heeft op zijn adem getrapt: er is teveel gebouwd en teveel krediet toegekend. Het zal tijd kosten om de toestand te normaliseren. Brazilië zit opgescheept met grote politieke en financiële schandalen en snel verslechterende overheidsfinanciën. Dit laatste is ook het geval in Rusland, waar de ineengestorte olieprijs de schuldige is. Kortom, beleggen in opkomende landen is vandaag een stuk minder aantrekkelijk dan enkele jaren geleden. Het is dus op de eerste plaats in de eurozone dat aandelenbeleggers ook volgend jaar de beste kansen zullen vinden.

Als gevolg van de repressieve rentepolitiek van de ECB, bestaan er voor 2016 naast aandelen niet veel activaklassen met potentieel. Overheidsobligaties en geldmarktbeleggingen zoals kasbons renderen veel te weinig in het licht van het oplopende prijspeil (in België bedroeg de inflatie in november 1,52% jaar op jaar). Bij de bedrijfsobligaties zijn hogere rentevoeten beschikbaar, maar dat leidt noodgedwongen tot het nemen van meer risico, wat vandaag onvoldoende wordt vergoed. Scant men de verschillende grote activaklassen, dan blijkt dat slechts geëffectiseerd vastgoed (via beursgenoteerde vastgoedvennootschappen), nog potentieel heeft, zelfs al zijn de koersen flink opgelopen. Maar dicht bij huis blijven, is de boodschap. Beleggen in winkelcentra, in baanwinkels, in opslagplaatsen… gelegen in een noordelijk eurozoneland (België, Duitsland, Nederland) biedt niet alleen een vast en aantrekkelijk dividendrendement, maar beschermt ook tegen het mogelijk verder oplopen van inflatie.

Zo de consensus aandelen verkiest - op de eerste plaats Europese - boven iedere andere grote activaklasse, blijft het natuurlijk een evidentie dat dergelijke beleggingen sterk schommelen. De evolutie hierboven weergegeven van drie belangrijke beursindices (EuroStoxx50, S&P 500 en de Japanse Topix) toont dit duidelijk aan. In de grafiek is de koersevolutie gelijkgesteld aan 100 op 1 januari 2015. Zowel de EuroStoxx50 als de Topix noteren op een bepaald ogenblik ongeveer 20% hoger. Begin november is hun winst evenwel teruggevallen tot ongeveer 9%.

De S&P 500 kent een vlakker verloop. Begin november noteert hij zo’n 2% hoger dan bij het jaarbegin. Een euro aandelenbelegger slaapt dus af en toe misschien minder goed, maar kan over deze periode wel uitpakken met een rendement dat meer dan tien keer zo hoog is als dat van een risicoloze belegging. Blijkbaar kan niet iedereen met deze beweeglijkheid leven. Veel mensen verkiezen de gemoedrust van een spaarboekje en realiseren zich niet dat ze hierdoor op hun kapitaal interen. Immers, een gewoon spaarboekje bij een Belgische grootbank levert actueel 0,15% per jaar op. De inflatie bedraagt echter 1,52% jaar op jaar. Gevolg: er wordt een verlies aan koopkracht geleden gelijk aan 1,37%. Zo de inflatie verder oploopt (de doelstelling van de ECB is een inflatiepeil van rond 2%), zal dit koopkrachtverlies nog aandikken. Moet u zich dan zonder enige terughoudendheid op aandelen gooien? Natuurlijk niet. Uw risicotolerantie bepaalt uw beleggingsmix. Maar u moet beseffen dat mordicus vasthouden aan kapitaalbescherming u geld kost. Bovendien is het niet zo dat aandelen onder alle omstandigheden de betere beleggingen zijn. Hoger hebben we aangegeven dat vooral Europese aandelen vandaag nog steeds aantrekkelijk ogen. De juiste keuze maken wat betreft de regio waarin te beleggen, is dus van belang. Maar evenzeer van belang is de sectorkeuze. Sommige sectoren bieden nu eenmaal betere vooruitzichten dan andere, bv. omdat de economische cyclus hun activiteiten ondersteunt. De grafiek hiernaast toont aan hoe groot de verschillen binnen Europa kunnen zijn, in dit voorbeeld tussen de MSCI Europe index voor de industrie, voor materialen, voor telecommunicatie en voor energie. Iedere deelindex boekt weliswaar winst vergeleken met het dieptepunt van begin maart 2009, maar u zult wellicht de 150% winst op de sector industrie verkiezen, eerder dan tevreden te zijn met de 22% van de deelindex energie.

Succesvol in aandelen beleggen, steunt op grondige macro-economische en bedrijfsanalyses. Kiezen voor professionele bijstand op dit vlak, is geen overbodige luxe. Ten slotte, wanneer u in aandelen belegt, kunt u dit rechtstreeks doen, dan wel via een beleggingsfonds. Wij zijn groot voorstander van het laatste. Met een beleggingsfonds legt u immers niet alle eieren in één mand, maar kiest u voor spreiding over een groot aantal individuele posities. Op die manier vermindert uw risico (het gevaar dat een individueel aandeel in stormweer terecht komt en naar beneden duikt), terwijl uw opwaarts potentieel in het geheel niet wordt aangetast. Als u belegt, krijgt u al met genoeg risico’s te maken. Er een elimineren, is mooi meegenomen.

 

Laat u bijstaan door specialisten met inzicht in de financiële markten en kennis van financiële producten.
Contacteer Median op 02/245 01 01 voor de adresgegevens van een erkend verzekeringsmakelaar die met ons samenwerkt.
Griet Van Asschot staat u graag te woord. E-mail griet.vanasschot@median.be

Median biedt internationale financiële instellingen, in eerste instantie levensverzekeraars, gespecialiseerde diensten aan van marktonderzoek, marketing, commercialisering, productontwikkeling en communicatie. Median ontwerpt samen met institutionele partners en opdrachtgevers oplossingen voor het beheren van roerend patrimonium middels beleggingsverzekeringen. Median fungeert daarbij als draaischijf en aanspreekpunt voor erkende verzekeringstussenpersonen, die in alle onafhankelijkheid optreden, financieel en administratief. Met een doeltreffend diensten- platform verzorgt Median nadien de doorlopende opleiding in productkennis en marktomgeving, naast de permanente ondersteuning in marketing en verzekeringsadministratie.

Median richt zich enkel tot professionals, erkende financiële instellingen en verzekeringstussenpersonen. Median richt zich niet tot de natuurlijke persoon of rechtspersoon die afnemer is van financiële producten en diensten in de zin van de relevante wetgeving (niet-professionele cliënten). Median verstrekt geen verzekeringsbemiddelingsdiensten aan verzekeringnemers en formuleert evenmin voorstellen of gepersonaliseerde aanbevelingen van die aard. Median is stichtend vennoot van Mentor Instituut voor Vermogensanalyse.

Mentor verstrekt geen raad over financiële planning in de zin van de toepasselijke regelgeving, maar concentreert zich op vermogensengineering, waarbij de vennootschap fungeert als opdrachtnemer voor punctuele juridisch-technische en juridisch-economische taken in ondersteuning van de dienstverlening in verzekeringsbemiddeling en financiële planning van verzekeringstussenpersonen. De focus ligt op het burgerlijk recht, het fiscaal vermogensrecht, het successierecht, de drie extralegale pensioenpijlers, risicotolerantie en beleggingshorizon binnen levensverzekeringen. Voor meer informatie: www.mentorinstituut.be

Median is ingeschreven bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) onder het nummer 060870 A en geaccrediteerd als opleidingsverstrekker van bijscholing in verzekeringsmateries onder het nummer 500014 A. Meer informatie en bedrijfsfilm op www.median.be.

Median NV - Steenwagenstraat 48 - 1820 Melsbroek - KBO 0476.765.787 - RPR Brussel

Dit document dient alleen ter informatie en is met de meeste zorg samengesteld. Er zal niettemin geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor schade geleden door de lezer als gevolg van het gebruik van of het zich baseren op deze publicatie bij het nemen van beslissingen van financiële, juridische of fiscale aard. De waarde van beleggingen kan fluctueren en wordt beïnvloed door een groot aantal factoren. Rendementsverwachtingen of in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar dienen alleen ter illustratie. Anticiperende standpunten geven de relevante mening en de toekomstverwachting weer van Median en van FRD. De feitelijke ontwikkelingen en resultaten kunnen niettemin aanzienlijk afwijken van de verwachtingen, zowel in positieve als negatieve zin. Deze publicatie zet de lezer niet aan tot de aankoop van, inschrijving op, toetreding tot, aanvaarding van, ondertekening van of opening van enig financieel product. De in dit document vervatte informatie houdt geen enkele contractuele verbintenis in en is niet bedoeld als een commercieel aanbod of een advies van welke aard ook.

DEEL DIT ARTIKEL