Het huwelijkscontract.
Plannen is vooruitzien.

Een huwelijk is meer dan een romantisch hoogtepunt of het symbool van een verbintenis uit liefde. Het is ook een zakelijk engagement waarbij de (toekomstige) echtgenoten een duurzame gezinsrelatie voor ogen hebben met wederzijdse rechten en plichten. Een huwelijkscontract is hiervoor het aangewezen instrument. Het verplicht de huwelijkspartners vooruit te denken om elkaar zo goed mogelijk financieel te beschermen. De overeenkomst dient zorgvuldig naar maat opgesteld en niet herleid tot kopiëren en plakken. Ze vereist bovendien de nodige aanpassingen en updates afhankelijk van de evolutie van de gezinstoestand en de intenties van de echtgenoten.

Tekst: Stéphanie Dekens en Marc Peeters,
Mentor Instituut voor Vermogensanalyse

Grafische vormgeving: Yves F. Peeters

Wist u dat uw huwelijkscontract een belangrijke invloed heeft op uw nalatenschap?

Het huwelijkscontract is een notariële akte waarin toekomstige echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel bepalen, specifiek de afspraken om inkomsten en eigendommen binnen het huwelijk te regelen. Een huwelijkscontract omschrijft niet alleen de wederzijdse rechten en plichten tussen echtgenoten, het eigendomsrecht van de goederen en het beheer ervan, maar ook de manier waarop de partners bij overlijden van elkaar erven. Deze gebeurtenis heeft immers de vereffening en verdeling van het huwelijksvermogensstelsel en de nalatenschap tot gevolg. Dat kan tot onverwachte situaties leiden waar echtgenoten niet hebben bij stilgestaan tijdens het leven of onvoldoende kennis van bezitten.

Wat gebeurt er met de gezinswoning als uw partner overlijdt?

Stel, er werd geen huwelijkscontract opgemaakt en de echtgenoten zijn dus gehuwd volgens het wettelijk stelsel. Wanneer een van de echtgenoten overlijdt, erft de langstlevende de gezinswoning in vruchtgebruik en erven de kinderen de blote eigendom. De langstlevende mag aldus in de gezinswoning blijven wonen. Hij/ zij mag de woning ook verhuren en de inkomsten verkrijgen. Maar om de woning te verkopen, heeft de langstlevende de toestemming van de kinderen nodig omdat zij de blote eigendom bezitten. Wat als het gaat om minderjarige kinderen? Wat als een van de kinderen verlengd minderjarig werd verklaard? Wat als de kinderen als blote eigenaars niet akkoord gaan met de verkoop van de gezinswoning omwille van emotionele verbondenheid? Wat als de langstlevende echtgenoot in samenloop komt met andere erfgenamen dan de kinderen?


Wat zijn de consequenties als de bouwgrond op naam van uw partner staat ingeschreven?

De partners gaan trouwen en een van de echtgenoten bezit al een bouwgrond  uit de periode voor het huwelijk. Het is de bedoeling dat beiden de gezinswoning hierop bouwen met gemeenschappelijke gelden. Maar de bouwgrond blijft dus eigendom van een van de echtgenoten. Wat bij overlijden? Wat als het tot een echtscheiding komt? Hebben de bepalingen van het huwelijkscontract hier een invloed op?
Vermelde situaties doen  zich  regelmatig voor. Het zijn voorbeelden van praktische onzekerheden in het dagelijkse leven van gehuwden, te verhelpen door  een  eenvoudige  juridische  ingreep.

Hoe werkt het wettelijk huwelijksstelsel?

De meeste huwelijkspartners zijn getrouwd onder het wettelijk stelsel, beter  gekend als het stelsel van gemeenschap van goederen. Zonder de opmaak van een  huwelijkscontract, vallen de partners steeds onder het wettelijk stelsel en is er sprake van drie vermogens, namelijk het eigen vermogen van de man, het eigen vermogen van de vrouw en het gemeenschappelijk vermogen. In welk vermogen een goed terechtkomt, bepaalt hoe het vererfd wordt dan wel of enige vergoedingsplicht bij echtscheiding verschuldigd is. De schulden die de partners al hadden voor het huwelijk of die ze erven, blijven eigen schulden. Alle schulden die een van de partners maakt in het belang van het gezin en het huishouden zijn altijd gemeenschappelijk. Dat laatste geldt natuurlijk ook voor alle schulden die  de  partners  samen  aangaan.

Het eigen vermogen beheren elk van de echtgenoten in principe afzonderlijk. Het omvat hun respectieve bezittingen voor de datum van het huwelijk en alle goederen die ze nadien individueel ontvangen uit erfenis of schenking. Tot het eigen vermogen behoren ook kledij, juwelen en beroepswerktuigen. Het gemeenschappelijk vermogen komt tot stand uit de beroepsinkomsten van de echtgenoten, hun spaartegoeden en geldbeleggingen, de gezinswoning, de inboedel en alle roerende en onroerende goederen die ze met gemeenschappelijke gelden   aankopen   tijdens   het   huwelijk.

Opgepast, tot het gemeenschappelijk vermogen  behoren  ook  de  opbrengsten uit eigen goederen, maar de meerwaarden op die eigen goederen blijven eigen.

Wanneer een van de echtgenoten overlijdt, bestaat  de  nalatenschap  uit het eigen vermogen en uit de  helft  van het gemeenschappelijk vermogen. De langstlevende verkrijgt de helft van het  gemeenschappelijk  vermogen in volle eigendom. Krachtens de wettelijke erfopvolging erft de langstlevende van de andere helft het vruchtgebruik en erven de kinderen de blote eigendom. De echtgenoten kunnen beslissen van deze principiële verdeling bij helften van het gemeenschappelijk vermogen af te wijken. Als er evenwel geen kinderen geboren zijn uit het huwelijk, dan erft de langstlevende in volle eigendom het gemeenschappelijk vermogen, samen met het vruchtgebruik van het eigen vermogen van de overleden partner.  De  blote  eigendom  van   dat eigen vermogen komt toe aan de overige erfgenamen nl. ouders, broers, zussen.

Wenst de langstlevende partner meer dan het vruchtgebruik te verkrijgen van  de eigen goederen van de overledene, of in voorkomend geval van de helft van het gemeenschappelijk vermogen, dan dient actie ondernomen. Veel gehuwden willen immers in eerste instantie elkaar beschermen en 100% controle behouden in het voordeel van de langstlevende. Dit is uitgesloten als deze laatste bv. enkel het vruchtgebruik bezit van de gezinswoning. De toestemming van de kinderen is steeds noodzakelijk om over te gaan tot verkoop (zie vorig voorbeeld). Het Burgerlijk Wetboek voorziet  nochtans in de mogelijkheid om bij overlijden over te gaan tot een andere verdeling dan bij helften van het gemeenschappelijk vermogen.

Hoe kunnen partners elkaar beter beschermen?

Door wijziging van een huwelijkscontract kan een ‘verblijvingsbeding’ worden opgenomen. Daardoor wordt het gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom aan de langstlevende toebedeeld en komen de kinderen niet tot de nalatenschap. Opgelet, de kinderen worden niet onterfd, hun erfrecht wordt slechts uitgesteld tot bij het overlijden van de langstlevende van de ouders. De maximale bescherming tussen echtgenoten staat aldus voorop. Een verblijvingsbeding wordt burgerrechtelijk beschouwd als een huwelijksvoordeel onder bezwarende titel.

Wat betekent dit beding concreet en wat zijn de gevolgen bij overlijden? In dat geval komt de langstlevende tot de nalatenschap in volle eigendom. Hij of zij betaalt dan in het Vlaamse gewest progressieve successierechten, uitgezonderd op de gezinswoning waarvoor de vrijstelling van successierechten geldt. Wat zijn de consequenties voor de kinderen? Zij komen bij overlijden van de eerste ouder niet tot de nalatenschap doch zullen bij het overlijden van de tweede ouder veel successierechten betalen. Is dit beding dan nog wel nuttig of zijn er andere mogelijkheden voorhanden? Kan het testament eventueel als alternatief gelden?

‘Een keuzebeding met modaliteiten’opnemen in het huwelijkscontract, verleent de huwelijkspartners een doeltreffend antwoord op voormelde vragen. Concreet komt een keuzebeding erop neer dat de langstlevende op het moment van het overlijden, de keuze heeft hoe de huwgemeenschap zal worden vererfd: in blote eigendom, in volle eigendom, in vruchtgebruik, deels, in totaliteit, een bepaald percentage. Voormelde keuze hangt af van leeftijd, gezondheidstoestand, financiële behoeften, band met de kinderen (eventueel schoonfamilie), …

Een testament biedt minder zekerheid omdat het steeds eenzijdig herroepbaar is door de opsteller. Met de clausules van een huwelijkscontract is dat niet mogelijk. Voor een wijziging is de instemming van beide echtgenoten vereist en de toepassing  van de wettelijk voorziene procedure (notariële akte).

Een update van uw huwelijkscontract vandaag, geeft u zekerheid in de toekomst.

Gelet op de vele onzekere en onbekende gebeurtenissen in een mensenleven, verdient het de voorkeur zichzelf en zijn/haar levenspartner de grootst mogelijke vrijheidvoor te behouden. De aanpassing van een huwelijkscontract kan hiertoe de eerste eenvoudige, maar niettemin noodzakelijke stap zijn. Anticipatie of reparatie zorgen voor controle en comfort. Een kwestie van gezond verstand.

 

Ga er niet van uit dat alles wel vanzelf in orde komt. Laat uw huwelijkscontract nakijken door specialisten. U zult er ongetwijfeld baat bij hebben. Contacteer ons op 02/253 87 01, Sofie Hemeleers staat u graag te woord. E-mail sofie.hemeleers@mentorinstituut.be 
DEEL DIT ARTIKEL